Kinderboekenweek en jong en oud: tips voor voorlezen van prentenboeken

Je hebt prentenboeken over jong en oud. En dan?

Wat doe je met die prentenboeken? Kinderen kunnen niet zomaar een boek in het Engels begrijpen!

 

Tip 1      Leer eerst de kernwoorden van het boek aan. Gebruik daarvoor flitskaarten. Bied veel verschillende gezinssituaties aan zodat de kinderen zichzelf herkennen in het thema.

 

Tip 2      Verwijs naar de thuissituatie van jouw kinderen. Maak een wand met foto’s van de kinderen, als dat kan. Zo beklijven de kernwoorden beter.

 

Tip 3      Speel spelletjes om de betekenis van de woorden in te slijpen, bijvoorbeeld het Kimspel. Laat 5 flitskaarten zien en herhaal de woorden met de kinderen. Laat de kinderen de ogen sluiten en neem een kaart weg. Laat de kinderen weer kijken en raden welke kaart weg is.

 

Tip 4      Speel spelletjes om de uitspraak van de woorden in te slijpen, bijvoorbeeld door het clever parrots spel. Laat een flitskaart zien en zeg het woord. Klopt het? Dan praten de kinderen je na als papegaaien. Klopt het niet? Dan zijn ze stil, want ze zijn slimme papegaaien.

 

Tip 5      Lees het boek zelf voor. Dat is beter dan een filmpje laten zien. Je kunt inspelen op de behoeftes van jouw klas. Moeilijke woorden sla je over; lange zinnen kort je in. Je kunt gemakkelijk plaatjes aanwijzen en eenvoudige vragen stellen tussendoor.

 

Tip 6      Leer de kinderen de woorden zelf zeggen. Ook hiervoor kun je spelletjes spelen.

 

Deze tips vind je uitgewerkt in mijn lesmateriaal en workshops.