Kinderboekenweek en het concept ‘tijd’: een titel en tips voor grammatica

Blog website 11_KBW_Concept tijd

En toen?

Het thema van de Kinderboekenweek is dit jaar En toen? Het CPNB schrijft: “Je hebt geen tijdmachine nodig om andere tijden te ontdekken. Verken werelden uit het verleden door het lezen van boeken!”

 

Wat is tijd eigenlijk? Hoe meten we dat? Hoe noemen we de verschillende eenheden tijd? En hoe komen de dagen bijvoorbeeld aan hun namen?

Boek

Usborne heeft een heerlijk boek met nuttige en grappige vragen: Lift-the-flap questions and answers about time. Enkele vragen zijn: “Hoe werkt een zonnewijzer?”, “Wanneer begon de tijd?” en “Gaat tijd sneller als je ouder wordt?” (My experience is: Yes!)

 

Het is een lift-the-flap book (flapjesboek), dus iets kwetsbaarder voor in de klas, maar die flapjes maken het wel spannend. Wellicht kun jij met je leerlingen een muur vol vragen op flapjes en antwoorden onder flapjes maken.

 

Dit boek kun je bestellen bij Practicum Educatief > Engels.

 

Tips voor grammatica in de bovenbouw

Kinderen kunnen niet zomaar Engelse structuren begrijpen of zelf toepassen! Which, why, how; does, did, were; first, second, third … wat betekenen die woorden?

 

Daarom moet je jouw leerlingen ondersteunen. Hier zijn vijf tips.

 

Tip 1      Grammatica aanleren? Besteed niet te veel aandacht aan het uitleggen. Oefenen is veel effectiever bij jonge kinderen.

 

Tip 2      Laat de kinderen eerst de vorm herkennen, bijvoorbeeld de werkwoordsvormen in de verleden tijd. Kies voor een boek over een historische gebeurtenis. Of voor werkbladen met vragen over het verleden. Zo bouwen de leerlingen een soort databankje in hun hoofd van werkwoordsvormen in de verleden tijd.

 

Tip 3      Moeten de kinderen de grammaticaregel zelf gebruiken? Slijp die dan eerst mondeling in. Bied daarbij voor kinderen die kunnen lezen schriftelijke ondersteuning. Hoe vaker de kinderen iets zien en zeggen, hoe beter ze het inslijpen. Als je te weinig ondersteuning biedt, raken de kinderen gefrustreerd en leren ze niet.

 

Tip 4      Laat de grammaticaregel gebruiken in situaties die de leerlingen aanspreken of herkennen. Bijvoorbeeld in een vraag- en antwoordspel of een quiz. Ze focussen dan op de inhoud, maar oefenen tegelijkertijd met de vorm.

 

Tip 5      Neem de tijd. Het inoefenen van grammatica kost meer tijd dan van woorden. Wees dus mild, ook voor jezelf. Het is heel normaal als je leerlingen na enkele weken de verleden tijd nog helemaal niet goed doen.

 

Deze tips vind je uitgewerkt in het lesmateriaal en de workshops van Paulien Lammers.

 

Lesmateriaal

In de webshop staat nu lesmateriaal voor de bovenbouw over tijd als concept.

 

  • Er zijn werkbladen met vragen en antwoorden: leerlingen moeten de goede antwoorden met de  vragen combineren. Ieder werkblad heeft 8 setjes van 4 vragen – 32 vragen dus in totaal. Er zijn makkelijke werkbladen en moeilijke. Bij de makkelijke werkbladen staan bijvoorbeeld vragen over welke dag er na maandag komt; bij de moeilijkere werkbladen staan vragen zoals waar de naam september vandaan komt.

 

  • Ook zijn er half crosswords: leerlingen werken in tweetallen samen. De ene leerling heeft een deel van de clues uit de kruiswoordpuzzel en de andere leerling het andere deel. Ze vragen elkaar om clues. Om de leerlingen te ondersteunen, staan er voorbeelddialogen bij.

 

Have fun!

Op zoek naar lesmateriaal over geschiedenis?

Ga naar de webshop of bekijk mijn trainingen. Je kunt mij ook voorbeeldlessen laten geven.